Skip to main content

‘Lieve Vrouwe, hoor gunstig onze smekingen aan’, zo zet ik voorzichtig in. Ik tokkel zacht op mijn gitaar. Haar vier kinderen zitten om ons heen. Het is de afsluiting van het ziekenzegenings-ritueel dat ik zojuist heb uitgevoerd aan haar bed. Verrassend wakker en helder was ze geweest. Op het moment dat ik de kinderen uitnodigde om moeder allemaal een hand op te leggen, voor kracht en verbinding, om haar te laten voelen dat ze dit laatste stukje van haar leven niet alleen hoefde af te leggen, keek ze eenieder aan en bedankt hen één voor één. En zij bedankten haar. ‘Sla uw ogen, o liefste goedertierenste vrouw op uw kind’ren, zij bleven u, o moeder getrouw.’
De week ervoor werd ik door de afdeling gevraagd om langs te komen bij mevrouw omdat ze ineens hard achteruit ging. Ik zat een poos in stilte bij haar. Met haar hand in de mijne sprak ik haar geruststellend toe als ze even wakker werd en onrustig om zich heen keek. Op zo’n moment speelde ik ook toen een liedje voor haar. Het was ‘Sterre der zee’, van de Onze Lieve Vrouwebasiliek in Maastricht; het lied dat ik haar ooit hoorde meezingen tijdens een gebedsviering op de afdeling.
Een paar dagen later belde haar dochter me op. Ze bedankte me voor het bezoek aan moeder en vroeg of ik toevallig ook het liedje kende van de Mariakapel in de Sint-Janskathedraal van Den Bosch: Het lied van de Zoete, Lieve Vrouw. Moeder kwam oorspronkelijk uit het Brabantse Vught en ging er in haar jonge jaren vaak naartoe. ‘Nog niet, maar ik ga het opzoeken’, beloofde ik. We bespraken in hetzelfde gesprek de mogelijkheden voor een laatste ritueel.

De ziekenzalving, in de katholieke kerk ook wel het laatste sacrament genoemd, voert alleen een priester uit, met heilige olie. Een alternatief is de ziekenzegening, die feitelijk iedereen mag doen. Als geestelijk verzorger gebruiken we dan wijwater, of Lourdeswater. We zegenen het hoofd, het hart en de handen. Spreken indien gewenst een gebed samen uit en andere teksten die de aanwezigen hopelijk wat kracht en moed geven voor wat komen gaat. Op deze manier kan het ook een ritueel zijn voor mensen die geen geloof (meer) aanhangen, maar wel samen even stil willen staan bij het leven, en het naderende afscheid.
Haar zoon wilde graag een gedicht voorlezen van Willem Wilmink, getiteld ‘De lof der deugdzame huisvrouw’. De laatste zin zei alles: ‘Ze krijgt in deze tijden haast nooit een prijzend woord, dus laten wij haar eren, haar eren zo het hoort.’ Op verzoek van de kinderen speelde ik tot slot dan het Lied van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch. Voor ik wegging, gaf ik haar nog een zelf gehaakt hartje, dat qua kunde volstrekt in het niet viel bij de magnifieke sprei van haar hand, op haar voeteneind, maar ze keek er verwonderd en dankbaar naar.
De laatste keer dat ik haar zag, was ze in diepe slaap. Het hartje, aan het bovenste knoopje van haar pyjamatrui bevestigd, deinde zachtjes op en neer, onder het toeziend oog van haar wakende familie. Uiteindelijk blies ze na ruim 98 jaar haar laatste adem uit, de zoete lieve vrouw.