Skip to main content

De arts komt aanlopen in wit tenue, met in zijn hand een gereedschapskoffer waarin je een boormachine vermoedt: donkerblauw plastic met een rood logo erop. “Als je een klus gedaan wil hebben, vraag je best een Pool”, grapt Andrzej Piatkowski. Aan het einde van het gesprek, over zijn benoeming tot hoogleraar, zijn pionierswerk op het gebied van borstreconstructies, Duitse hiërarchie en kitesurfen, onthult hij wat er in het koffertje zit. Sinds 2011 werkt hij met groot plezier in het Maastricht UMC+. “Niet tegen mijn vrouw zeggen, maar dat was de beste beslissing van mijn leven.”

Prof. dr. Piatkowski werd geboren in Polen, maar groeide vanaf zijn derde jaar op in Duitsland. Zowel zijn ouders als drie van zijn grootouders waren arts, net als twee generaties voor hén. “Mijn vader was chirurg, mijn moeder huisarts en anesthesioloog, een grootvader was gynaecoloog, een grootmoeder chirurg; al dat harde werken leek me helemaal niet zo leuk.” Toch begon hij aan een studie Geneeskunde. “Economie kan altijd nog, dacht ik. En tot op de dag van vandaag ben ik toch heel blij met mijn keuze.”
Aanvankelijk dacht hij dat neurochirurgie de meest boeiende specialisatie was. “Maar mijn moeder raadde me aan om een co-schap anesthesiologie te doen en binnen twee dagen wist ik dat ik geen neurochirurg wilde worden: ik vond het maar rare types die alleen maar lange operaties deden. Terwijl dat voor plastisch chirurgen evengoed geldt, in ieder geval doen wij ook altijd operaties van zes tot acht uur. Maar het mooie aan dit vak vind ik de grenzeloze creativiteit die erbij komt kijken. Dat maakt het uitdagender dan andere chirurgie, voor mij. Je moet altijd een plan B en C achter de hand hebben.”

Wapenfeit

Precies dat laatste punt speelde ook een rol in zijn tot nu toe meest in het oog springende wapenfeit: borstreconstructie voor vrouwen na borstkanker via ‘lipofilling’. Een aantal jaren geleden kon hij aan vrouwen die een borst moesten laten amputeren alleen een implantaat aanbieden, of een reconstructie met weefsel uit de buik. “Wanneer je het ene niet wilde en voor het andere niet in aanmerking kwam, hield het op.” Al toen hij nog in Aken werkte, waar hij ook werd opgeleid tot plastisch chirurg, kwam hij in aanraking met de Amerikaan Roger Khouri. “Hij gebruikte eigen vetweefsel van vrouwen, dat met liposuctie werd opgezogen en dan geïnjecteerd in de borst. Ik opereerde een paar keer samen met hem in Aken en bezocht hem ook een periode in Miami om verder te leren. Zo ontstond het idee om dit ook in Maastricht te gaan aanbieden.”

Gedegen onderzoek

Om de behandeling vergoed te krijgen door de zorgverzekeraar was op zeker moment gedegen wetenschappelijk onderzoek nodig, “dus daar ben ik aan begonnen.” Dankzij dit onderzoek krijgen vrouwen die een borstreconstructie wensen wegens borstkanker, niet bestraald zijn en een BMI hebben onder de 30, deze behandeling vergoed sinds 2023. Maar daar houdt de innovatie natuurlijk niet op, voor de gedreven arts en onderzoeker die Piatkowski is. “We blijven wetenschappelijk onderzoek doen, om te kijken hoe we de techniek kunnen vereenvoudigen, om het makkelijker te maken voor de vrouwen, maar ook voor de artsen. Want het klinkt als een mooie oplossing voor twee problemen, een nieuwe borst maken met weggezogen vet van elders in het lichaam, maar het is nog niet zo eenvoudig als het klinkt. De vetcellen die we in de borst injecteren hebben bijvoorbeeld geen eigen bloedvoorziening. Om ze te helpen overleven, draagt de vrouw voor en na de operatie vele uren per dag een soort zuignap op de borst, wat als best zwaar wordt ervaren, naast de diverse operaties onder narcose. We onderzoeken dus of het ook zonder die zuignap kan, maar ook of we het eigen vetweefsel kunnen mengen met een gel, waarna de borst zelfstandig verder groeit en niet meerdere operaties nodig zijn. Ook hopen we het ooit voor vrouwen die bestraald zijn óók veilig aan te kunnen bieden.” Om het aantal plekken in Nederland waar de operatie wordt uitgevoerd uit te breiden, geven Piatkowski en zijn team ook veel les aan collega’s in den lande.

Op de Europese kaart

“Terwijl ik en mijn collega’s uit de vakgroep vroeger vooral naar anderen afreisden om te kijken hoe ze werkten, komen tegenwoordig veel collega’s bij óns om te leren. Ik ben ontzettend trots op hoe onze afdeling de afgelopen jaren is gegroeid. Onder leiding van René van der Hulst heeft iedereen de kans gekregen zich te ontwikkelen naar eigen interesse en daarmee hebben we ons groot op de kaart kunnen zetten in Europa, met onze innovatieve, hoogwaardige zorg.” Het was juist die ruimte voor ontwikkeling die hem naar Maastricht trok 14 jaar geleden. “In Duitsland kon ik niet goed overweg met de hiërarchie, die je keuzevrijheid steeds verder beperkte. Mijn overstap was, niet tegen mijn vrouw zeggen, de beste keus in mijn leven. We zijn blijven wonen in een Belgisch dorpje nabij de grens en onze twee kinderen van 10 en 13 zitten nu op een Duitse school. Mijn vrouw werkt in Aken; we draaien als gezin om het drielandenpunt heen.” Als het even kan, vertrekt de professor naar Zeeland, om te kitesurfen vanaf de Brouwersdam. “Vorige week was ik er nog één van al die Duitsers die daar rondvliegen. Dat is een probleem van Zeeland: veel te veel Duitsers”, grinnikt hij.

Privékliniek

Negen jaar geleden richtte Piatkowski met een aantal collega’s ook een privékliniek voor cosmetische chirurgie op in Maastricht: MOOI. “Bij plastische chirurgie denkt bijna iedereen als eerste aan cosmetische ingrepen, maar die doen we in het ziekenhuis niet. We wilden een kleine kliniek oprichten om tegemoet te komen aan die patiëntenvragen en dat is een beetje uit de hand gelopen. Daar doe ik bijvoorbeeld veel ooglidcorrecties, maar we verwijzen ook regelmatig mensen door naar het ziekenhuis, omdat ze juist wél complexe zorg behoeven. Die kruisbestuiving werkt.” Het imago van de plastisch chirurg als gladde jongen die vooral cosmetische ingrepen doet, is hardnekkig, merkt hij ook in zijn bestuursfunctie bij de Nederlandse Vereniging van Plastische Chirurgie. “Dat imago bijstellen is een constante strijd. We doen zoveel meer: van brandwonden tot kinder-plastische chirurgie, handchirurgie tot reconstructieve chirurgie. Maarja, mensen kijken liever naar borstvergrotingen dan naar een vinger die weer aangezet wordt.”

Trommelgeroffel

De titel van professor is voor hem een mooie bekroning van al het harde werken. “Want ja, ook mijn kinderen zien een vader die heel hard werkt. Hoewel ik wel steeds beter word in ‘nee’ zeggen en het weekend praktisch altijd beschermde familietijd is, zou je soms meer tijd willen hebben voor je gezin.” Hij merkt dat de hoogleraarstitel nu al meer deuren voor onderzoek en internationale samenwerking opent dan voorheen. “Zo stom als het is, maar zo werkt het.”
Trommelgeroffel tot slot: wat zit er in het blauwe koffertje? “Het belangrijkste voor mij in de operatiekamer”, zegt hij terwijl hij hem opendoet. In uitsparingen in een schuimvulling liggen een loep-bril met bijbehorende accu’s, een camera, een dopplerapparaat, “en, het allerbelangrijkste: een geluidsbox. Want bij acht uur opereren wil je muziek luisteren en liefst fatsoenlijke. Ik heb een flinke playlist met OK-muziek. Geen klassiek, maar pop, en rock: van de hits van Prince tot Billie Eilish. En collega’s mogen verzoeknummers aandragen, ik hoef immers niet altijd te bepalen waarnaar iedereen luistert.”

Op 9 mei aanvaardt prof. dr. Andrzej Piatkowski de leerstoel ‘Innovatieve Reconstructieve Chirurgie’ met het uitspreken van zijn oratie getiteld: ‘(Lipo-)sculpting the future: innovations in reconstructive surgery’.

Bekijk dit verhaal op de website van het MUMC+