Skip to main content

Toen voor het eerst tegen Andy Fuchs (26) werd gezegd dat zijn lichamelijke klachten misschien een psychische oorzaak hadden, werd hij boos. Maar toen hij vijf nachten niet meer had geslapen van de pijn en spierspanningen, en hem werd gevraagd hoe hij tegenover een opname op de PAAZ stond, zei hij: “Graag. Nu.” Na vier maanden opname begon hij aan 9,5 maand intensieve schemagerichte psychotherapie. “Inmiddels ben ik mijn eigen therapeut”.

De oorzaak van Andy’s klachten ligt in zijn jeugd en opvoeding. Zijn moeder, die hem sinds zijn tweede alleen opvoedde, had psychische problemen, wat een stempel op Andy heeft gedrukt. Daarbij werd hij op de basisschool een aantal jaren flink gepest door een leeftijdsgenoot. “Nu zie ik dat dat sadomasochistische mishandeling was, maar toen mijn therapeut dat de eerste keer tegen me zei, vond ik het nogal overdreven. Zo had ik eigenlijk alles wat me pijn had gedaan in het verleden weggeduwd. Mijn emotionele intelligentie was nul.”

Pijn

Toen hij voor zijn studie Japans taal en cultuur een jaar in Nagasaki woonde in 2006, begonnen de klachten. “In Nederland voelde ik me niet gelukkig, daar wel. Het leven was er lichter, er waren warme mensen om me heen, dat kende ik niet. Toen begonnen de lichamelijke klachten.” Zijn onderrug, nek, schouders, maar ook zijn keel waren zo verkrampt dat hij vooral pijn voelde, of zelfs moeilijk kon ademen. “Ik kwam toen voor het eerst uit mijn cocon en dat deed pijn”, omschrijft hij het zelf. Hij stopte met zijn studie, sliep op den duur niet meer en ondertussen leverden onderzoeken in het ziekenhuis niks op. En zo belandde Andy in de psychiatrie.

Loser

“Ik voelde me een enorme loser, want zo streng was ik wel voor mezelf. Maar gelukkig was daar ook dokter Van Lierop die me als eerste wist te overtuigen dat mijn probleem psychisch was. Ik moest mijn levensverhaal schrijven vanuit emotie, en dat leverde 25 pagina’s stof om te praten op. Ik heb uren gehuild. Terugkijkend was ik erg getraumatiseerd, zonder dat ik het zelf wist.”
Na vier maanden voelde Andy zich beter dan ooit. De lichamelijke klachten waren stukken minder, hij reageerde goed op anti-depressiva. Zijn therapeut stelde voor om intensieve schemagerichte psychotherapie te gaan doen en Andy vertrouwde op zijn mening. “Het was weer een hele overstap, van de veilige 24-uurs omgeving van de PAAZ, naar drie dagen per week groepstherapie.” De helft van de tijd werd er gepraat, de andere helft gedaan: arbeidstherapie, creatieve of psychomotorische therapie en ontspanningsactiviteiten om elkaar anders te leren kennen.

Schema verlatingsangst

“In deze therapievorm leer je om je eigen gedachten en reacties te herkennen, aan de hand van ‘schema’s’. Er is bijvoorbeeld een schema over ‘verlatingsangst’, of ‘wantrouwen en misbruik’. Als je last hebt van dat laatste schema, dan denk je bijvoorbeeld heel vaak dat anderen tegen je liegen, of je vertrouwt niemand. En iedereen reageert daar anders op. Bijvoorbeeld als ‘kind’ of als ‘straffende ouder’, dat zijn de ‘modi’ die bij de schema’s passen. Een voorbeeld: we gingen een paasstukje maken van bloemen. Ik moest al wat faalangst overwinnen om eraan te beginnen, want voor mij was alleen perfect goed genoeg, en toen ik op een kwart was, moesten we ons stukje twee plaatsen doorschuiven naar een ander. Mijn reactie was: ‘Donder maar op, ik heb er geen zin meer in’. In vaktermen is dat mijn ‘boze kind’. Dat speelde bij mij vaker op. Net als mijn ‘meedogenloze normen’ en het feit dat ik niet echt boos durfde te worden. Dat, samen met de interacties in de groep, leverde weer gespreksstof op.” De groep werd door vier therapeuten begeleid, wat Andy een fijne afwisseling vond van karakters. “Niet iedereen voelt zich meteen veilig bij een extraverte, aanwezige vrouw, die later trouwens van grote waarde voor mij bleek”, lacht hij. Andy denkt dat deze therapievorm vooral geschikt is voor mensen die rationeel kunnen denken, maar zich ook emotioneel open durven stellen.

Rol in de groep

De groep veranderde van samenstelling in de loop van de tijd. Mensen kwamen er nieuw bij en anderen waren klaar en vertrokken. Ook Andy’s rol in de groep veranderde. “In het begin was ik vooral met mezelf bezig en hielpen anderen mij. Later was ik onderdeel van de groep en op het einde gaf ik vaker feedback aan de ‘nieuwelingen’ dan dat ik nog met mezelf bezig was. Ik was klaar. Ik weet inmiddels welke schema’s voor mij vaak opspelen en herken ze. Dat maakt het makkelijker om te gaan met emoties. Ik ben nu mijn eigen therapeut. Soms ben ik nog een paar dagen verdrietig, maar ik weet dat het zal eindigen en dat het er gewoon uit moet. Ik heb alles zo lang opgekropt.”

Puin ruimen

Terugkijkend is hij op de PAAZ gestabiliseerd, zodat hij de therapie aankon, en heeft hij de grootste ‘puin geruimd’ tijdens de schematherapie. “Ik voel me dezelfde persoon, maar een stuk meer in balans. Ik heb een hele bende levenservaring opgedaan. Mijn ideeën zijn geneutraliseerd, misschien wel meer dan bij ‘gewone mensen’. Want eigenlijk blijkt iedereen wel een paar ‘schema’s’ in zijn systeem te hebben. ‘Waarom altijd ik?’ is een schema. Of: ‘Zie je wel!’ Alleen namen ze bij mij problematische vormen aan, en bij anderen niet.”