Tien weken nadat onze dochter voor het eerst haar longen vulde met lucht, blies mijn schoonmoeder haar laatste adem uit. Gezeten aan haar sterfbed, vaak met baby op de arm, besefte ik voor het eerst hoezeer het begin van het leven lijkt op het einde.
Zo bijzonder het is als je bij de geboorte van een kind mag zijn, zo bijzonder is het ook om aan een sterfbed te mogen zitten. Het wachten. Het zorgen. De pijn. Het troosten. Terwijl mijn dochter een fles melk kreeg, werd schoonmoeder met een tuitbeker wat water gevoerd. De luiers. Het vele slapen. Hoe je zowel bij een zuigeling als bij een stervende niet op bezoek gaat als je snipverkouden bent. En als je gaat, blijf je niet te lang. Hoe je praat tegen beiden, zonder een echt gesprek te verwachten. En dan de pijnlijke ervaring dat de zuigeling meer op je reageert dan de stervende.
Hoe de wereld stil lijkt te staan bij een geboorte, maar ook bij een overlijden. Zelfs het aankleden van een overledene heeft iets weg van het aankleden van een baby: ze geven beide voor geen meter mee en je past foefjes toe om ledematen in broekspijpen en mouwen te wurmen. Vervolgens de bergen kaarten die op de deurmat vallen. Hoe prettig het is als mensen nog iets persoonlijks aan de voorgedrukte boodschap hebben toegevoegd. Hoe fijn het is als de buren ineens met een pan zuurvlees op de stoep staan, want aan je huishouden kom je al dagen niet toe.
Het verwerken van alle indrukken: wat je hebt gezien, gevoeld, gedacht. In mijn geval: praten, praten, praten, over hoe het allemaal begon…. of eindigde. En soms niet weten waar je moet beginnen, omdat de storm weliswaar is gaan liggen, maar er nog van alles door je hoofd dwarrelt. Het zijn de cruciale momenten in een mensenleven. Momenten die mijn zintuigen op scherp zetten, waardoor alle indrukken heftiger binnen lijken te komen. Blijdschap wordt juichen, verdriet wordt schreeuwen.
Naast het verschil in emotie, zit het grootste verschil natuurlijk in de eenvoudige uitkomst van een rekensom. Na een geboorte heb je een familielid meer, na een overlijden eentje minder. Een onbeschreven blad versus een dik boek dat uit is. “De cirkel is rond”, zegt men de laatste tijd tegen me. En ik vraag me al weken af of dat een geruststellende of een verontrustende gedachte is.