Skip to main content

Niet iedere gezonde man die op zijn 45e een hartinfarct krijgt, zal dat later als ‘een perfecte dag’ omschrijven. Dennis Poolen uit Maastricht wel. “Er zijn zoveel dobbelstenen de goede kant op gerold die dag; ik heb echt geluk dat ik het kan navertellen.” Nu, vier jaar later, gaat hij zich ook inzetten voor het Hart en vaat onderzoekfonds Limburg.

Het verhaal van Dennis begint op 26 november 2020: coronatijd. De ondernemer zat even tussen twee banen in, maar was desondanks altijd druk bezig. “Ik stond altijd aan en hield veel ballen tegelijk in de lucht. Daar voel ik me prettig bij.” Die dag deed hij mee aan een bootcamp in het park. “Na afloop voelde ik me meteen niet zo lekker. Het voelde alsof een staalborstel over mijn longen schraapte en mijn armen deden heel veel pijn. Ik kwam onderweg langs de huisartspraktijk. Normaal ga ik daar zelden heen en in coronatijd liep je zeker niet zomaar de praktijk binnen, maar een stemmetje zei: Als er iets gebeurt kun je beter daar zitten.”

Biddende medemensen

In de wachtkamer was al snel duidelijk dat het niet goed met hem ging. Omdat er op de praktijk op dat moment geen ECG gemaakt kon worden, werd een ambulance gebeld. De mensen die zaten te wachten, werden gevraagd even naar buiten te gaan. “Daar was ook een pastoor bij en die is buiten gaan bidden met de mensen, voor mij. Dat ontroert me nu nog: dat die mensen dat deden, omdat ze voor mij het beste wensten.”
De ambulancemedewerkers maakten een ECG, waarop niks te zien was. “Maar ik was aan het hyperventileren en had nog steeds die pijn aan mijn armen. Toen kreeg ik mijn eerste hartinfarct. Zelf had ik het idee dat ik flauwviel. Toen ik bijkwam, dankzij een schok van de AED, waren ze mijn kleding aan het openknippen. Daardoor wist ik zeker dat het echt mis was.”

Tweede infarct

Tijdens de rit naar het ziekenhuis kreeg hij een tweede hartinfarct, gevolgd door een tweede AED-schok. Eenmaal aangekomen op de spoedeisende hulp zag hij niet alleen zijn vrouw, maar ook een groot team dat hem stond op te wachten. Hij is nog steeds onder de indruk van de zorg die niet alleen hij kreeg, maar ook zijn vrouw Monique. “Zij werd zó goed begeleid. En dat is nodig, want ik was in goede handen en kreeg alle medische aandacht, maar zij werd op haar werk gebeld die dag met de boodschap dat ik een hartinfarct had gehad en dat ze naar het ziekenhuis moest komen. Zij moest onze twee kinderen bellen en mijn vader, met het nieuws én de onzekerheid of ik het zou redden.”

Dagelijks ontroerd

Een jaar daarvoor overleed Dennis’ moeder onverwacht in hetzelfde ziekenhuis, op 68-jarige leeftijd. De Intensive Care waar zij de laatste tien dagen doorbracht, was ook de plek waar Dennis na het operatief plaatsen van de stent terecht kwam. “Op de gewone afdelingen was wegens corona geen plaats. Dat was wel even schrikken. Blijkbaar moest ik daar weer zijn. Haar dood heeft een grote impact op mij gehad en nu was ik er zelf heel dichtbij geweest. Ik was 45 jaar, had de conditie van een 90-jarige, maar vooral was ik zó blij dat ik het had overleefd. Toen ik na een week ziekenhuis naar huis ging, was ik iedere ochtend bijna ontroerd dat ik er nog was. Wat was de tuin mooi! Wat was mijn gezin geweldig! Maar het was natuurlijk ook een pittig besef dat de rots in de branding die ik eigenlijk voor mijn gezin wil zijn, even minder sterk was gebleken. Ik probeerde op een overdreven, bijna ongezonde manier, gezond te leven. Dat was te extreem. Nu, een paar jaar later, zijn die scherpe randjes er vanaf en heb ik een balans gevonden. Niet honderd procent, maar ach, wat is perfect in het leven?”

Leven en dood

Over het leven en de dood is hij de laatste jaren veel meer gaan nadenken. Dat begon eigenlijk al na het overlijden van zijn moeder. “Ik dacht vroeger altijd dat er niks was na de dood, maar als kind maakte me dat eigenlijk best wel bang. Ik duwde het idee altijd weg. Tot mijn moeder stierf. Toen kon ik de vraag of er iets is na de dood niet langer negeren.” Via boeken, maar ook meer spirituele wegen, kwam Dennis uiteindelijk tot de conclusie dat het leven niet eindig is. Dat de ziel ook na de dood blijft bestaan en zelfs in de buurt van dierbaren blijft. “Dat troost mij en geeft ook een diepere laag aan mijn leven.”

Loyalty Fonds

Dat materie minder belangrijk is dan mensen, relaties en liefde, beseffen Dennis en zijn gezin al langer. “Ik heb me naast het werk altijd als vrijwilliger ergens voor ingezet. Het voelt goed om ook iets te doen wat niet voor jezelf is.” Toen hij in contact kwam met het Hart en vaat onderzoekfonds Limburg deed zich hier een mooie nieuwe mogelijkheid voor. Dennis wordt de nieuwe voorzitter van het Loyalty Fonds. Hiervan kunnen particulieren, bedrijven en andere organisaties lid worden en in ruil voor hun contributie worden een aantal netwerkbijeenkomsten per jaar georganiseerd. “Die kar ga ik graag trekken.” Sinds twee jaar is hij met een compagnon eigenaar van de horecavoorziening op Maastricht-Aachen Airport. Daarvoor had hij ook andere ondernemingen, waaronder een aantal jaren Chalet Bergrust op Sint Pieter in Maastricht. “Ik heb een leuk netwerk in het zuiden, dus ik hoop het Loyalty Fonds te laten groeien. En voor mij is het ook een goede manier om af en toe stil te blijven staan bij wat me is overkomen. Om te blijven beseffen hoeveel geluk ik heb gehad, die dag in 2020.”