Skip to main content

Enigszins uitgeblust door het tropische weer, loop ik naar ‘mijn’ huisje waar mensen met dementie wonen. Ik neem mijn gitaar mee, want je weet maar nooit. Buiten op het terras in de schaduw zit Gertie een sigaretje te roken. Ze vraagt blij of ik muziek kom maken. ‘Ja, wie weet’, zeg ik en ga bij haar zitten. Terwijl ze vertelt over de aanstaande oogoperatie, pak ik uit en begin wat te tokkelen. Ik weet dat haar moeder vroeger altijd de smartlap ’Witte rozen’ zong en heb inmiddels de akkoorden uitgeprint en het liedje een aantal keer geluisterd, zodat ik het nu samen met haar kan zingen. Ze krijgt een dromerige blik in haar ogen, die ook een beetje waterig worden. Zingt het refrein mee.
Fientje komt naar buiten met haar schoondochter. ‘Mogen we erbij zitten?’ Zeker! Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Fientje is goed wakker vanmiddag, terwijl haar slaap-waak-ritme zich de laatste tijd langzaam leek om te draaien. Ze reageert helder op de gesprekjes en de liedjes, en dan, opeens, staat ze op en schuifelt naar Gertie toe. Ze pakt haar handen vast en probeert haar omhoog te trekken uit de rolstoel. De schoondochter tikt af en pakt de handen van Fientje vast. Ze beginnen te dansen, daar buiten op het terras. Lachen naar elkaar. De 94-jarige zet zelfs een pirouette in, waarbij haar schoondochter haar armen uitstrekt om haar op te vangen mocht ze haar evenwicht verliezen.

Piet komt aangelopen. Toen hij twee weken geleden in dit huisje kwam wonen zat ik in de huiskamer ook samen muziek te maken met de bewoners. Nu loopt hij naar me toe en maakt duidelijk dat hij ook wel gitaar wil leren spelen. Ik bied hem mijn stoel aan en zet de gitaar op zijn schoot. Probeer hem een eenvoudig akkoord te laten neerzetten, maar ik zie dat hij het niet helemaal begrijpt. ‘Ik doe de linkerhand met de akkoorden en dan sla jij met rechts op de snaren’, zeg ik en zo maken we samen muziek. ‘Wat een mooi geluid’, zegt hij verwonderd. Na een poosje zegt hij: ‘Ik moet het misschien niet hardop zeggen, maar toch…. Ik ben beginnend dementerend.’ Oef… Wat later: ‘Dit heeft u al eerder hier gedaan.’ Hij vertelt over zijn platenspeler en de grote collectie platen die hij heeft. En zo komen er meer verhalen los deze middag, over zingen in de kerk als kind, over het geleefde leven, met nieuwe tips voor mijn repertoire. De tijd vliegt voorbij. Na anderhalf uur beginnen mijn vingers te branden en hebben we een aantal hits al voor de tweede keer gezongen. Ik pak rustig in en bedank iedereen welgemeend met een hand voor de heerlijke middag. Van Gertie krijg ik een dikke knuffel.
De volgende ochtend maakt de 94-jarige Fientje een nare val waarbij ze haar heup breekt. Het is een bekend scenario in het verpleeghuis: opereren is geen optie meer, er wordt ‘ ingezet op comfort’, een synoniem voor het begin van het einde. Aan haar bed tref ik haar schoondochter en we kijken nog even terug naar gistermiddag. Dankbaar voor die mooie herinnering, die hopelijk op termijn de komende week wat gaat verzachten.