Skip to main content

Hoe dol ze ook is op het opereren van ruggenwervelafwijkingen, als het niet nodig is, doet orthopedisch chirurg Eva Jacobs het liever niet. Daarom trekt ze de komende zeven jaar de kar van een groot team dat gaat onderzoeken of het screenen van kinderen op scoliose (een s-vormige kromming in de wervelkolom) zin heeft om eerder te kunnen behandelen. “Ik heb een sterk vermoeden van wel. Dat zou betekenen dat het zinvol is om de in Nederland afgeschafte screening te heroverwegen.”

Wat is de achtergrond van jouw onderzoeksproject?

“Scoliose is een s-vormige kromming van de werkvelkolom, die bij kinderen in de groei optreedt. Tot 2009 werden kinderen hierop gescreend in Nederland. Bij de GGD moest je twintig seconden voorover bukken en dan kon een geoefend oog de twijfelgevallen identificeren, waarna een röntgenfoto uitsluitsel gaf. Die screening is in 2009 afgeschaft. Dat had politieke en financiële redenen, maar ook was er in die tijd nog geen bewijs dat niet-operatieve behandeling effectief was. Dat kwam er in 2014, met de BRAIST-trial; met een brace kun je één op de drie operaties voorkomen. En in de praktijk zien we tegenwoordig steeds meer kinderen met dit probleem. Net had ik in de spreekkamer nog een meisje van 14, die ineens een rib naar voren voelde komen. Op de röntgenfoto was een bocht van 53 graden te zien en de enige behandeling die we kunnen bieden is een operatie. Je hoeft er tot je 14e dus geen klachten van te hebben en het is voor ongetrainde waarnemers heel moeilijk te herkennen. Ouders hoeven zich dus ook niet schuldig te voelen!”

Wat houdt zo’n operatie in?

“Het duurt zo’n vijf à zes uur, waarbij we de rug vastzetten met schroeven en staven. Je ligt ongeveer een week in het ziekenhuis en revalideert dan nog een paar weken tot maanden thuis, waarna je langzaamaan weer naar school gaat. Erg ingrijpend allemaal, en dan heb je het nog niet over de psychosociale impact op het kind. ‘Ik ben misvormd’, zei het meisje in de spreekkamer net. Het zelfvertrouwen lijdt eronder. Maar als we niet opereren bij een bocht van 45 graden of meer, kan dat op latere leeftijd long- en hartproblemen en/of veel pijn opleveren.”

Dus als het aan jou ligt, wordt de screening weer ingevoerd in Nederland?

“Mijn gevoel zegt dat de screening terug moet komen, maar dat is nog niet wetenschappelijk bewezen, wereldwijd niet. Als uit deze studie blijkt dat screening geen verschil maakt, dan is eindelijk wetenschappelijk aangetoond dat de keuze om het af te schaffen in 2009 de juiste was. Maar ik denk dat de stijging die we nu zien ermee te maken heeft dat er niet meer gescreend wordt.”

Hoe gaan jullie dit onderzoeken?

“We gaan de komende twee jaar ongeveer 10.000 kinderen bij de studie betrekken, in nauwe samenwerking met de jeugdgezondheidszorg, collega-orthopedisch chirurgen en scoliose specifieke oefentherapeuten in de regio’s Zuid- en Noord-Limburg, en Noordbrabant-Zuidoost. Scholen die vergelijkbaar zijn qua grootte en sociaal-economische klasse worden willekeurig ingedeeld: bij de helft worden de kinderen wel gescreend en bij de andere helft niet. Meiden screenen we bij 9 à 10 jaar en 12 jaar en de jongens bij 13 à 14 jaar. Dat heeft met de groeispurt te maken. Vervolgens worden ze tot aan het einde van de groei opgevolgd. Daarom duurt deze studie zo lang. Dat we die ruimte krijgen waardeer ik heel erg. Daardoor kan ik een deeltijd promovenda aannemen voor zeven jaar: Ester Rijks die ook werkt als jeugdgezondheidsarts. Ze is net zo enthousiast als ik. We gaan de kinderen zeven jaar opvolgen, omdat we gewoon moeten weten wat er gebeurt als ze uitgegroeid zijn. En de hamvraag is dan of de kinderen die via screening vroegtijdig worden herkend, minder vaak geopereerd hoeven te worden dan de controlegroep.”

Wat is de grootste uitdaging?

“Of alle scholen en ouders en kinderen willen gaan deelnemen. De logistiek is pittig. Ik heb er wel vertrouwen in, maar het is altijd spannend, ook of we in zeven jaar de focus kunnen vasthouden. Dat is een flinke onderneming, moet ik eerlijk zeggen. Ik heb gemiddeld een halve dag per week voor onderzoek en een deel gebeurt in de vrije tijd. Maar ik doe het graag en vind het leuk, want ik geloof hierin! Desnoods ga ik zelf naar scholen toe om ze over te halen om mee te doen. Thuis wordt mijn drammerigheid soms als irritant ervaren, maar op mijn werk brengt het me vaak wel iets. En soms loop je keihard tegen een deur.”

Wat is de kracht van dit onderzoek?

“Het mooie is dat alle ziekenhuizen in de regio’s meedoen. Dat we transmuraal werken met jeugdgezondheidszorg, en multidisciplinair met allerlei disciplines, gesteund door de scoliose patiëntenvereniging. Dat is fantastisch. Ik wil heel graag deze kinderen helpen. Dus ik hoop dat ik het kan waarmaken, anders gaat het me echt aan het hart. Maar ik kan dan ook in de spiegel kijken en zeggen: ik heb alles gegeven wat ik in me had.”

Waarom koos je voor deze specialisatie in dit ziekenhuis?

“Wervelkolomchirurgie is het mooiste wat er is en ik wil doen waar mijn hart ligt. Dan word je ergens goed in en kun je het lang volhouden. Ik vind het leuk dat ik patiënten zie van jong tot oud, kwaliteit van leven kan verbeteren, maar ook dat het operatietechnisch uitdagend is. Het is bovendien een multidisciplinair vak, waarin je samenwerkt met neurochirurgen, revalidatie-artsen, reumatologen en meer én er is nog heel veel te winnen, wetenschappelijk. Het was een bewuste keuze en ik heb er nog nooit spijt van gehad. Met deze plek in het Maastricht UMC+ ben ik superblij; ik heb hier ook mijn studie en opleiding gedaan.”

Als je moest kiezen tussen een lintje voor je werk als arts, of een wetenschappelijke top-publicatie in The Lancet, wat koos je dan?

“Ik hoef geen persoonlijke waardering, maar ik wil graag dat wereldwijd duidelijk wordt of screening werkt of niet. Dat mensen daar profijt van hebben. Een publicatie in een tijdschrift als The Lancet zou natuurlijk wel een kroon op mijn werk zijn. Maar vooral omdat we dan iets hebben bijgedragen voor kinderen wereldwijd. Dan ben ik heel tevreden.”

Dit is één van de uiteindelijk tien interviewtjes met jonge onderzoekers binnen het Maastricht MUMC+ die een beurs kregen van het Academisch Fonds. Je leest ze ook op de website van het MUMC+